In het kort
Eten kan voor jonge kinderen met autisme een zeer complexe kwestie zijn. “Het gaat ook niet vanzelf over, maar verergert veelal”, vertelt Karen den Dekker, expert op dit gebied aan Vakblad Vroeg. “Hun eetpatroon kan worden gekleurd door autistische angsten, autistisch denken en de mondmotoriek. Zij eten te weinig, te veel of ze letten heel erg op de geur, de smaak, de kleur en de structuur.”
Waarom ontwikkelen jonge kinderen met autisme vaak een eetprobleem?
“Jonge kinderen met autisme hebben iets vaker een eetprobleem dan gemiddeld. Dit geldt ook voor problemen als zindelijk worden. Kinderen leren passend bij hun cultuur eten in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Bij kinderen met autisme kan dit proces moeilijker verlopen en langer duren. Net als gewone kinderen kunnen ze een tijd last hebben van de angst dat eten elkaar besmet. Ook kunnen ze last hebben van neofobie, angst voor nieuwe dingen, in dit geval voor nieuw eten. Dit kan er toe leiden dat kinderen met autisme nog maar 10 of 20 levensmiddelen hebben die ze erkennen als ‘veilig om te eten’.
Wat is de impact hiervan op kind en ouders?
“De impact is groot omdat de omgeving van het gezin amper begrijpt hoe groot het probleem is. Of de ouders zitten niet op één lijn. De ene ouder wil meebewegen met het kind, de andere ouder gelooft in een strenge aanpak. Soms is het noodzakelijk ermee tevreden te zijn dat het kind eet maar dat het niet ook nog sociaal actief kan zijn tijdens het eten. Sommige, ook al jonge kinderen, nemen een volle broodtrommel weer mee terug naar huis omdat het op school te druk en te onrustig is om te eten. Dit doen vooral kinderen die toch al spanning ervaren rond het eten van voedsel.
Karen den Dekker: “Een patroon van specifiek eten of veel te vaak eten kan ertoe leiden dat er opeens een voedingsmiddel afvalt”
Waar liggen met name kansen tot eerdere signalering en hulp?
“Ik hoop dat diëtisten, consultatiebureaus, kinderartsen en andere hulpverleners eerder merken dat eten een zeer complexe kwestie kan zijn bij kinderen met autisme en dat dit veel met hun autisme te maken heeft. Het gaat niet vanzelf over, het wordt eerder erger. Vraag vooral door naar hoe het eetpatroon in elkaar zit en hoezeer dit het gewone gezinsleven en het schoolleven beïnvloedt. Bij autistische kinderen is het begrip ‘machtsstrijd’ zoals gezien wordt bij peuters rond eten, geen relevant concept. Het kan gaan om kinderen met een laag gewicht, een normaal gewicht of zelfs overgewicht.”
Wat zijn volgens u rode vlaggen op eet- en voedingsgebied waar professionals alert op moeten zijn?
“Let op een zeer selectief eetpatroon. Zeer kieskeurige eters eten eerder componenten zoals een broodje, een zuiveltoetje of iets krokants en ze eten vaak iedere dag bijna hetzelfde in plaats van een maaltijd met de gebruikelijke componenten. Een dergelijk patroon van specifiek eten of veel te vaak eten kan ertoe leiden dat er opeens een voedingsmiddel afvalt en er niets voor in de plaats komt.”
Wat is uw belangrijkste tip richting zorgprofessionals?
“Kinderen met autisme sorteren hun eten op veiligheid en wel zoals zij dat ervaren. Zij kiezen hun eten – veelal dwingend – uit op basis van de geur, de kleur, de smaak, de textuur, de vorm, het aantal, het patroon, de bereidingswijze, het merk, de winkel waar het gekocht is, noem maar op. Niet allemaal tegelijk uiteraard. Aan het eetpatroon kun je zien op welk aspect het kind let. Weet hoe het eetpatroon gekleurd kan worden door autistische angsten, door autistisch denken en de mondmotoriek. Probeer mee te bewegen met het kind en langzaam het eetpatroon uit te breiden.”
Bron: vakbladvroeg.nl
Meer weten over autisme of andere psychische kwetsbaarheden?